Imagen de archivo de la página 428 de dierentuin van het Koninklijk. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam dedierentuinvanh00schl Año: 1872 ooren. Erhuicens niirilus. wiens stekels gegroefd gekorreld zijn. - De egel van Madogaslur, cuarto npinosiis de "Telfairi' en "nigrescens' genoemd, es in den ouden leeftijd van kleur donker. Op Madagaskar heeft hombres bovendien eene de twee eenigzins afwijkende soorten, doordien haar ligchaani langwerpiger es, en er tusschen de stekels van den espolón lange stevige borstelharen geplaatst zijn. Zij kunnen haai- ligch

• Colaborador/a: Bookive / Alamy Foto de stock
• ID de la imagen: W28DXY
• Tamaño: 5,7 MB (310,7 KB Descarga comprimida)
• Autorizaciones: Modelo - no | Propiedad - no
• Dimensiones: 1420 x 1408 px | 24 x 23,8 cm | 9,5 x 9,4 inches | 150dpi

Más información

Esta imagen es de dominio público, lo cual quiere decir que los derechos de autor han expirado en relación con la imagen o bien el titular ha renunciado a sus derechos de autor. Alamy le cobrará un precio por acceder a una copia de alta resolución de la imagen.

Esta imagen podría tener desperfectos porque se trata de una imagen histórica o de reportaje.

Archive image from page 428 of De Dierentuin van het Koninklijk. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam dedierentuinvanh00schl Year: 1872 ooren. Erhuicens niirilus. wiens stekels gegroefd gekorreld zijn. — De egel van Madogaslur, En npinosiis of «Telfairi' en »nigrescens' genoemd, is in den ouden leeftijd donker van kleur. Op Madagaskar heeft men bovendien eene of twee eenigzins afwijkende soorten, doordien haar ligchaani langwerpiger is, en er tusschen de stekels van den lug lange stevige borstelharen geplaatst zijn. Zij kunnen haai- ligchaam niet zamenroUen, beminnen de nabijheid van het water, worden zeer vet, en verschuilen zich in onderaardsche holen, alwaar zij ook eene soort van winterslaap houden. Eene dezer soorten, Centetes semispinosus o, sornatus', heeft dunne .stekels en de bruine bovendeelen van drie lichte, overlangsche strepen voorzien. — De gewone soort, Centetes ecaudaius of «setosus', werd op de eilanden Mauritius en Ruunion ingevoerd en is aldaar verwilderd. Cciiletes ecaudiUiis DE VLEDERMUIZEN. CHIROPTERA. Men kan de Vledermuizen dadelijk onderscheiden van alle zoogdieren, doordien zij de eenigen zijn, die volkomen ontwikkelde werktuigen tot het vliegen hebben; want de zoogenaamde vliegwerktuigen van den vliegenden Maki, van de vliegende eekhoorntjes en de vliegende Koeskoes zijn niets dan huidaanhangsels, langs het ligchaam, maar niet uitgespannen tusschen de teenen, en slechts tot valschermen bij het springen dienende. Bij de vledermuizen zijn wezenlijke, tot het volkomen vliegen geschikte vleugels aanwezig, die intusschen op eene bijzondere wijze zamengesteld zijn, vermits zij gevormd worden door groote en dunne vliezen, die tusschen de ongewoon verlengde vingers der voorpooten, met uitzondering van den duim, zijn uitgespannen. Dit vliegwer'ktuig wordt bovendien ondersteund door een tusschen de achterpooten uitgespannen vlies, hetwelk dikwijls ook den staart omsluit. De duim is k